
Zonder dat je erbij nadenkt, gebruik je jouw handen dagelijks. Totdat je opeens hand- en polsklachten krijgt. Dan ervaar je weer even hoe belangrijk je handen zijn en hoe fijn het is als je ze pijnvrij gebruiken kunt. Er zijn veel verschillende oorzaken van pijnlijke handen en polsen te bedenken zoals een breuk, artrose, CTS en een ganglion aan de pols. Vandaag gaan we dieper in op het carpaal tunnel syndroom.
Heb je weleens last van tintelende vingers, een slapend gevoel in je hand of zelfs pijn die doortrekt tot je onderarm? Dan zou het zomaar kunnen dat je te maken hebt met het carpaal tunnel syndroom (CTS). Deze veelvoorkomende aandoening kan je dagelijkse bezigheden flink belemmeren. Maar wat is het precies, hoe ontstaat het, en vooral: wat kun je eraan doen?
Wat is het carpaal tunnel syndroom?
Het carpaal tunnel syndroom ontstaat wanneer de nervus medianus, een belangrijke handzenuw, in de pols bekneld raakt. Deze zenuw loopt door een smalle doorgang in de pols, de zogenaamde carpale tunnel. Als er druk op deze zenuw komt te staan, ontstaan er klachten zoals:
- Tintelingen of een doof gevoel in de duim, wijsvinger, middelvinger en een deel van de ringvinger
- Krachtverlies in de hand
- Nachtelijke pijn of een ‘slapende hand’
- Verminderde fijne motoriek (denk aan knoopjes dichtmaken of typen)
Wat veroorzaakt het?
De beknelling van de zenuw kan verschillende oorzaken hebben. Vaak gaat het om een combinatie van factoren. Mogelijke oorzaken zijn onder andere:
- Overbelasting van de pols door herhaalde bewegingen (bijv. typen, kassawerk, fabriekswerk)
- Zwangerschap, waarbij vochtophoping de tunnel nauwer maakt
- Reuma of artrose in de pols
- Schildklierproblemen of suikerziekte
- Erfelijke aanleg (een nauwere carpale tunnel komt bij sommige mensen vaker voor)
Kortom: zowel fysieke belasting als lichamelijke gesteldheid kunnen een rol spelen.
Wie hebben het meeste kans op het carpaal tunnel syndroom
Het carpaal tunnel syndroom komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, vooral in de leeftijd tussen de 40 en 60 jaar. Ook zwangere vrouwen lopen meer risico vanwege tijdelijke vochtophoping. Daarnaast zijn mensen die langdurig repeterend handwerk verrichten zoals administratief personeel, muzikanten, of mensen in de bouw extra gevoelig.
Hoe wordt het carpaal tunnel syndroom behandeld?
De behandeling hangt af van de ernst van de klachten. Bij milde symptomen wordt vaak eerst gekozen voor een conservatieve aanpak:
- Polsspalk
- Fysiotherapie en oefentherapie
- Medicatie tegen ontsteking of pijn
- Aanpassingen in werkhouding of werkbelasting
Blijft de pijn aanhouden of verslechteren de klachten? Dan kan een operatie uitkomst bieden. Hierbij wordt het bandje dat de carpale tunnel vormt doorgesneden om zo de zenuw meer ruimte te geven.
Hoelang duurt revalidatie?
Na een niet-operatieve behandeling kunnen de klachten in enkele weken tot maanden verbeteren, afhankelijk van de oorzaak en het naleven van de adviezen.
Na een operatie is de revalidatieperiode gemiddeld 4 tot 6 weken, waarin je je hand steeds meer mag gaan gebruiken. Volledig herstel (ook van kracht en fijne motoriek) kan echter tot 3 maanden duren, soms zelfs langer. Vooral mensen met fysiek zwaar werk moeten rekening houden met een wat langere herstelperiode.
Tot slot
Carpaal tunnel syndroom is vervelend, maar gelukkig goed te behandelen. Herken je jezelf in de klachten? Wacht dan niet te lang en raadpleeg een arts. Hoe eerder je erbij bent, hoe groter de kans op volledig herstel zonder blijvende schade.